Zelfvertrouwen
Week tegen pesten 2015
Deel 5: Bouwen aan je zelfvertrouwen
Wat gaat het snel; vandaag alweer de vijfde dag van de ‘week tegen pesten’ van dit jaar. Ik zeg tegen mijn kinderen altijd ‘wat je belooft, dat moet je doen’ (daar mogen ze mij aan houden) en ik heb beloofd om elke dag een blog over pesten te schrijven deze week. Dat doe ik dus! Vandaag het slot van deze week: ‘bouwen aan je zelfvertrouwen’. Want laten we eerlijk zijn: een kind dat weerbaar is, zal minder gevoelig zijn voor pesten. Zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld zijn voorwaarden voor weerbaarheid. En daar ligt een groot deel van de oplossing. Dat geldt voor volwassenen trouwens net zo goed!
Leuk gezegd, dat ‘bouwen aan je zelfvertrouwen’, maar hoe dan? Als je wist hoe dat moest, dan deed je het al…toch? Hier een aantal tips waar je meteen mee uit de voeten kan:
Tip #1: Positiviteit
Als anderen jou positief benaderen, denk je ook snel beter over jezelf. Dat geldt ook in de opvoeding. Als kinderen regelmatig horen dat je trots op ze bent, krijgen ze een positiever zelfbeeld. Als ze horen wat ze goed hebben gedaan kunnen ze zelf ook trots zijn. Gek genoeg zijn we vaak niet zo bang om kinderen aan te spreken op wat ze beter kunnen doen, maar wel om complimenten te geven (want dat zou ‘gemaakt’ zijn), maar wees eens eerlijk: wanneer ben je blij dat ze iets liefs hebben gedaan, of trots dat ze hun best doen? Erken het en spreek het uit!
Tip #2: Een beloning
Aansluitend op de eerste tip: beloon je kind! Dan denk ik niet alleen om prestaties, maar vooral ook om wie het is. Het hoeft helemaal geen ‘materiële’ beloning te zijn, dus ren vooral niet meteen naar de speelgoedwinkel of ‘game shop’. Dat kan niet iedereen zich veroorloven ook. Nee, met belonen bedoel ik bijvoorbeeld: een extra knuffel, langer voorlezen, samen met een maskertje in bad, samen een spel doen, met lego bouwen, schilderen, tekenen of koekjes bakken.
Tip #3: De ouderwetse ‘R-en’
Een ‘gouwe ouwe’ wat mij betreft: pas in de opvoeding van je kinderen de drie ‘eRRen’ toe. Rust, Regelmaat en vroeger was de derde Reinheid. Tegenwoordig staat de derde R wat mij betreft voor Regels. In ons welvarende land is de standaard in hygiëne zo hoog dat Reinheid een ‘gegeven is. De behoefte aan structuur, duidelijkheid en grenzen (regels) is volgens mij enorm, vandaar de Regels. Kinderen houden van de voorspelbaarheid van regelmaat en dat geeft rust; de rust die soms broodnodig is met de hectische agenda’s van alle gezinsleden. Ouderwets misschien, maar zeer effectief. En waarom wordt je zelfvertrouwen hier beter van? Omdat het onzekerheid wegneemt en je kind (en jij) ruimte krijgt om aan zichzelf toe te komen.
Tip #4: Fouten
Laat je kind fouten maken! Het is niet nodig om als ouder te voorkomen dat je kind fouten maakt. Van fouten leert een mens. Geef je kind de ruimte hiervoor.
Tip #5: Luister
Nee, niet hóren, maar luisteren! Dus als je kind je iets vertelt: leg die telefoon weg, zet de tv uit, leg de krant opzij, doe de laptop op zwart en ga ervoor zitten. Echte tijd maken. Best een uitdaging. Aan de andere kant merk ik aan mijn zoon dat hij het soms ‘confronterend’ vindt als ik er echt voor ga zitten om met hem te praten. Wat bij ons goed helpt is bijvoorbeeld samen praten ik (met mijn rug naar hem toe) in een pan sta te roeren. Dan hoef ik hem niet aan te kijken waardoor hij makkelijker praat en ik ben iets aan het doen waar ik niet bij na hoef te denken, waardoor ik echt kan luisteren. Een mooie tussenweg?
Tip #6: Serieus? Ja!
Neem je kind serieus. Eigenlijk kan ik daar heel kort over zijn. Je kind heeft er niets aan als je luistert, maar het verhaal ontkent, of afzwakt, of wegwuift, of wat dan ook dat afbreuk doet aan zijn of haar verhaal. Als jij iets vertelt, wil je toch ook dat er naar jou geluisterd wordt? Het gaat hier trouwens niet alleen over het verhaal dat je kind vertelt, maar ook over zijn of haar gevoel. Ook al vind jij het maar onzin dat je kind super-verdrietig is over het verlies van een stuk speelgoed, of extreem bang is voor de hond van de overburen, ook hier wil je kind serieus genomen worden.
Tip #7: Kwaliteiten
Benadruk de kwaliteiten van je kind. Waar is hij/zij goed in en waar beleeft hij/zij plezier in? Wat zie jij, maar vooral: wat ziet het kind zelf? Praat erover. Wat vindt je kind zijn of haar eigen sterkste kwaliteit? En wat betekent dat? Laat je kind successen ervaren met een link naar hun beste kwaliteiten. Maar: ook als iets niet goed is gegaan kan dat een aanleiding zijn. Is een voetbalwedstrijd verloren? Misschien is jouw kind wel een enorme doorzetter is is hij/zij tot de laatste minuut van de wedstrijd gemotiveerd gebleven. Of is je kind heel sociaal en heeft hij/zij de tegenstander oprecht gefeliciteerd of zijn medespelers opgepept? Er is altijd wel een aanleiding om kwaliteiten te zien.
Tip #8: Zoek een goede hobby
Zoek een hobby die bij je kind past. Het is soms een hele zoektocht om een leuke hobby te vinden; sommige kinderen lijken heel enthousiast over een sport of muziekinstrument, maar na een paar maanden komt ‘de klad’ erin. Wat dan? Zet je door, geef je op, ga je op zoek naar iets anders? Het is balanceren en hierin maak je persoonlijke keuzes. Uiteindelijk is het fijn als je de ‘match’ gevonden hebt, want dan heb je er een uitlaatklep, een sociaal netwerk en een aanleiding tot succeservaringen bij.
Tip #9: Zeker in je lijf
Deze tip staat bijna onderaan, maar is zeker niet onbelangrijk. Het sluit voor een deel aan bij de voorgaande tip (zoek een goede hobby). Je kan je kind letterlijk ‘stevig’ in de schoenen zetten door te investeren in het lijf. Zelfverzekerdheid kan je uitstralen door te weten wat je fysieke kracht is. Een simpele manier om je kind hiermee te helpen (naast een sportieve hobby en lekker veel buiten spelen), is stoeien. Vaak is dit aan de ‘mannen in huis’ voorbehouden, maar moeders kunnen ook stoeien (kietelen en ontwijken bijvoorbeeld). Zorg alleen wel dat het niet uit de hand loopt en hou het leuk.
Als trainer van de programma’s ‘Sta Sterk’ en ‘Rots & Water’ zie ik vaak hoe kinderen in zelfvertrouwen kunnen groeien door de fysieke oefeningen en rollenspellen uit die programma’s samen te doen. Lukt het je thuis niet, dan is een ‘Rots & Water’ training voor jouw kind misschien een goede hulpbron.
Tip #10: Pick your battle!
Tot slot: maak niet overal een punt van. Je wilt je kind met positiviteit omringen, maar ook bijsturen als dat nodig is. Je kan je afvragen wanneer het écht nodig is. Stel: je hebt een lastige eter; wat vind je dan belangrijker; met mes en vork eten of dat het bord leeg komt? Denk er maar eens over na wat je écht belangrijk vindt.
En mocht je nou het idee hebben van alles te ondernemen, maar dat zelfvertrouwen neemt niet toe? Wees gerust: in mijn praktijk ben je altijd welkom!