Pesten: 6 tips voor ouders – dag tegen pesten 2017
Dag tegen pesten 2017
Vandaag is de ‘dag tegen pesten’, een mooie gelegenheid voor een nieuwe blog. Omdat ik in mijn praktijk merk dat het voor ouders erg moeilijk kan zijn als hun kind in aanraking komt met pestgedrag, is dat het onderwerp van dit blog.
Omdat ik van delen hou: hieronder 6 tips voor ouders over omgaan met pesten.
‘Mamma, ze pesten mij!’
Stel je eens voor: je kind komt thuis met een sip gezicht en als ouder vraag je dan al snel ‘wat is er aan de hand?’. Je hoort je kind zeggen ‘ze pesten mij’. Met een bezorgd gezicht vraag je je af wat er aan de hand is. Herkenbaar?
Wat fijn: hij/zij praat!
Allereerst hoop ik dat je blij bent dat je kind met dit nieuws komt. Niet dat het zich gepest voelt natuurlijk, maar wel dat jouw kind erover praat! Dat is altijd een eerste, heel belangrijke (misschien wel dé belangrijkste stap) richting een oplossing.
Wat is er gebeurd?
Uiteraard is een volgende vraag ‘wat is er gebeurd?’ en komt er een verhaal. Dat kan over school gaan, dat kan over het buitenspelen gaan, dat kan over de sportclub gaan. Dat kan allemaal, want pesten komt overál voor. Het kan zelfs zo zijn dat een kind op school wordt gepest en op voetbal zelf een pestkop is. Maar…het kan ook over jouw kind zelf gaan.
Nu hoor ik je bijna denken: ‘Huh?’
Ik kan me voorstellen dat je als ouder nu denkt:
- Mijn kind vraagt er toch niet om gepest te worden? of
- Wat een onzin, mijn kind kan hier niets aan doen! of
- Ja, daag! Het ligt niet aan mijn kind, die andere (rotkinderen) moeten gewoon eens ophouden met dat vervelende gedrag!
En dat is waar: niemand vraagt erom, en pestgedrag moet stoppen. En toch blijft er een ‘maar’, want: het ene kind is het andere niet.
Het ene kind is het andere niet
Wat heeft dat er nou mee te maken? Als moeder van twee kinderen en als coach/trainer van een heleboel andere kinderen valt het me telkens weer op hoe verschillend kinderen kunnen reageren in de interactie met elkaar. De ene blijkt veel beter in staat om zijn/haar eigen mening te geven, eigen grenzen aan te geven, het verschil tussen plagen en pesten ‘aan te voelen’ en feedback te geven en te ontvangen. En dat heeft alles te maken met weerbaarheid. Het ene kind is weerbaarder dan het andere. Een weerbaar kind kan beter voor zichzelf opkomen, is beter in staat om vervelend gedrag van anderen te stoppen én blijft er minder lang mee rondlopen.
Weerbaarheid
Sociaal weerbaar zijn betekent dat je goed voor jezelf (en anderen) op kan komen, met respect voor elkaar. Dus niet: van je af slaan als eerste reactie om voor jezelf op te komen en wel: je eigen mening geven en een oplossing zoeken (en vinden) met of zonder de ander. Daar hoort ook bij: sterk weg kunnen lopen en/of hulp halen als dat nodig is. Is jouw kind (nog) niet zo weerbaar? Vraag jij je wel eens af of je kind echt gepest is? Misschien was het gedrag van de ander als plagen bedoeld? Is jouw kind heel gevoelig? Hoe dan ook; het betekent niet dat je het verdriet van je kind niet serieus moet nemen, want je gepest voelen is hetzelfde als gepest zijn!
Goed nieuws!
Goed nieuws: als ouder kan je je kind helpen groeien in zijn/haar weerbaarheid! Hieronder alvast zes tips:
-
Luister zonder oordeel
De eerste stap bij de mededeling ‘ze pesten me’ is vooral luisteren! Luisteren zonder oordeel te geven. Kan jij dat? Weet je zeker dat er geen oordeel klinkt in jouw vragen? Check het eens.
-
Praat over plagen en pesten
Praat samen met je kind eens over verschillen tussen plagen en pesten (zonder je oordeel te geven). Dat doe je bij voorkeur niet meteen nadat je kind thuis is gekomen met de mededeling ‘ze pesten me’, maar op een ander, rustig moment.
-
Vertel hoe jij het doet
Vertel je kind verhalen over hoe jij (mogelijke) conflicten oplost, of geef een voorbeeld van wat je hebt meegemaakt en hoe je reageerde. Dat geeft je kind houvast én je kind leert dan dat er meerdere mogelijke reacties zijn, dat er dus altijd een keuze is hoe je reageert. Daarbij: kinderen zijn dol op verhalen!
-
Geef je kind duidelijkheid
Als er bijvoorbeeld steeds andere kinderen voordringen bij de trampoline heeft jouw kind niets aan een opmerking als: ‘je moet wel voor jezelf opkomen hoor!’. Want: hoe moet dat dan? Met een concrete ‘tip’ kan je kind beter uit de voeten.
-
Geef het goede voorbeeld
Een goed voorbeeld is superbelangrijk, want: goed voorbeeld doet goed volgen. Dus: ‘practise what you preach’. Als je tegen je kind zegt dat hij/zij ‘gewoon’ moet zeggen dat die andere kinderen moeten stoppen met vervelend gedrag, maar jij hebt zelf moeite om je grenzen aan te geven, dan geef je je kind een heel moeilijke opdracht.
-
Hoe weerbaar ben jij?
Misschien merk jij zelf ook wel dat jij conflicten altijd uit de weg gaat, of heb je het gevoel dat je niet zo goed voor jezelf op kan komen. Het kan ook zijn dat het je bijvoorbeeld thuis heel goed lukt, maar op je werk niet (je weet wel: met die ene collega, je leidinggevende, of die ‘vervelende’ klant). Wie weet kan je dan zelf ook nog groeien in je weerbaarheid.
Hulp nodig?
Mocht je hulp willen: ik ben er voor jullie! Met een weerbaarheidstraining op maat werk ik met kinderen én met volwassenen. Ik zie in mijn praktijk met mijn trainingen in korte tijd zowel kinderen als volwassenen groeien in weerbaarheid en daarmee in zelfvertrouwen. Stuur me een mail (info@dehoofdzaakcoaching.nl) en check wat ik voor jou en/of je kind kan betekenen.